Door wie

Het eerste wat je opvalt is natuurlijk mijn kaalheid. Misschien ter geruststelling: nee, ik ben niet ziek, maar daarover straks meer. Ik zal me eerst even voorstellen.

Guido Koppes Fotografie

Mijn naam is Ingrid van Hamont

Al toen ik een jaar of 9 was, wist ik dat ik ‘later’ verpleegkundige wilde worden. Hoewel dit werk me later inderdaad goed beviel, werd me ook al snel duidelijk dat mijn hart meer bij de begeleidende dan bij de verzorgende taken lag.
Ook vanwege huidklachten t.g.v. allergieën ben ik een andere richting ingeslagen. Ik besloot om weer te gaan studeren en begon aan de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Ik heb toen een kleine 10 jaar met veel voldoening als maatschappelijk begeleider van vluchtelingen gewerkt.

Na verloop van tijd was ik deze manier van werken ontgroeid. Ik had intussen de nodige werk- en levenservaring en wilde die graag op een persoonlijke manier inzetten.
De opleiding in psychosociaal therapie bij het 
Internationaal Holistisch Centrum bleek een schot in de roos. Na 4 jaar studie mocht ik mezelf psychosociaal therapeut noemen. Dat was mijn uiteindelijke doel. En toch niet het belangrijkste wat ik persoonlijk heb geleerd. Want, waar kwam dat doel vandaan?
Het uitgangspunt van zo’n opleiding is dat je eerst jezelf goed moet kennen, leren herkennen wat je beperkende overtuigingen zijn en hoe deze los te laten, voordat je therapeutisch kunt werken met anderen. Logisch toch?
Dit doorleven van mijn persoonlijke proces gaf en geeft me zoveel meer vrijheid, daardoor kan ik veel meer uit mijn leven halen dan voorheen. Die ervaring gun ik iedereen. En dát was mijn missie in het werken als therapeut; ook jou begeleiden in het (her)ontdekken van je eigen kracht. 

En dan, de oorzaak van mijn kaalheid
Ik ben geboren met een zeldzame aandoening, het AEC-syndroom. In mijn geval nauwelijks levensbedreigend, wel erg onhandig en confronterend, vooral in het eerste deel van mijn leven. Met name het  ‘anders’ zijn vond ik moeilijk. Niemand had ooit van de aandoening gehoord, ook de meeste artsen niet.
Meer info onder de knop “AEC-syndroom”

Wat betekende het AEC-syndroom voor mij?
De fysieke verschijnselen zelf vond ik niet zo’n probleem. Wat ik wel moeilijk vond, was de (gevreesde) reactie van anderen. Omdat ik er anders uitzag.
Alles beter dan opvallen, dus als kind en puber leerde ik me tot in het extreme aanpassen. Ik liet weinig van me horen en was het liefst onzichtbaar. Hoewel ik er later door de nodige medische behandelingen en met een aantal hulpmiddelen, zoals een pruik, best normaal uitzag, hield ik dit beschermingsmechanisme nog lang vol … tot ik merkte dat ik niet meer kon genieten.
Gelukkig heb ik mezelf intussen goed leren kennen en weet ik hoe ik voor mezelf kan kiezen. Gaandeweg won mijn behoefte aan echtheid het van de angst voor afwijzing.
Vanaf de tijd dat ik me niet meer wilde verbergen of aanpassen ga ik kaal door het leven. De volgende, nog belangrijkere stap was om niet alleen fysiek zichtbaar te durven zijn, maar ook mezelf als persoon te profileren en zelfs voor publiek te kunnen spreken. Wat een vrijheid om mezelf te kunnen laten zien en horen!

Ervaringsdeskundigheid
Tegenwoordig werk ik voornamelijk als ervaringsdeskundige, o.a. door gastlessen te geven bij beroepsopleidingen.(richting Zorg en Welzijn, Toegepaste Psychologie). Daar hoop ik het publiek te inspireren met mijn persoonlijke verhaal over wat het mij gebracht heeft om op te groeien met een zeldzame aandoening. Ziekte is namelijk niet alleen negatief.
VISIE: OPENHEID LEIDT TOT BEGRIP, ACCEPTATIE EN VERBINDING 

Intussen weet ik hoe ik mijn kwetsbaarheid als kracht kan omzetten en bij mij ging dat stap voor stap. De eerste stap was erkennen dat ik niet alles alleen hoefde te doen. Erkennen dat hulp vragen geen teken van zwakte is, maar het mezelf gunnen meer uit mijn leven te kunnen halen. Ik gun dit jou ook. Van harte.